Van Willem Dikker Hupkes kreeg ik digitaal de “Officieele Gids van Loenen” uit 1929. Uitgegeven door het bestuur van Loenens Belang. Wat een plezier om daarin te lezen!
Vijftien hotels/pensions telde Loenen, ook toen was toerisme dus een belangrijke inkomstenbron. Genoemd werden natuurlijk de Waterval, maar ook Steinhul en de Trapjesberg, Droefakkers, de Vrijenberg en de Eikenboom. De vele wasserijen, waaronder de “Stroobroeksmolen” en de Middelste Molen (toen van papierfabriek verbouwd tot wasserij).
De “Eerbeekschen Weg” was nog een grintweg, vanwaar je Groenouwe kon zien liggen. Er waren vier scholen met samen 400 leerlingen.
De vele beken worden speciaal genoemd als Loenense bijzonderheid. Ik las: “Opmerkelijk is dat soms 2 beekjes naast elkaar stroomen. Ieder wilde vroeger zijn eigen beekje hebben om niet afhankelijk te zijn van zijn concurrent”. De waterkracht heeft dan al plaats gemaakt voor de stoommachine, maar de beken zijn gelukkig gebleven.
Prachtige getekende plattegronden laten wandelingen zien, die mogelijk zijn door en om Loenen.
Zevenentwintig advertenties sluiten het boekje af. Er waren toen nog veel op de huishoudens gerichte bedrijven in Loenen.
Als laatste een gedicht dat ook nu nog actueel is: